Na de VIO opleiding maakt een leerling de keuze voor een instrument, deze keuze gebeurt in overleg tussen de fanfare en leerling. Dit instrument krijgt de leerling in bruikleen van de fanfare, net zoals een lessenaar en ander lesmateriaal. De muzieklessen worden verzorgd door een vakdocent, die een vaste lestijd met de leerling afspreekt. Deze lessen zijn individueel en uitgezonderd de schoolvakanties is er wekelijks les.
Om voldoende vorderingen te maken, is het de bedoeling dat er thuis elke dag minimaal 20 minuten geoefend wordt aan de lesopdrachten. Tijdens de lessen komen alle onderdelen aan bod die te maken hebben met spelen, techniek van het instrument, toonladders, samenspel met behulp van duetten of het spelen met begeleiding van een cd. Als de leerling de basis van het musiceren een beetje onder de knie heeft, kan hij/zij gaan meespelen in het jeugdensemble. Verder kan hij/zij deelnemen aan solistenconcoursen waarmee de leerling belangrijke podiumervaring op kan doen. Tijdens de opleiding wordt er twee keer per jaar in december en juni een rapport aan de leerlingen uitgedeeld en zal aansluitend, indien nodig, in overleg worden bekeken of er vervolg gegeven wordt aan de opleiding.
Het niveau van de leerling wordt getoetst door middel van de "HaFa examens". Er zijn vier moeilijkheidsgraden: A t/m D. De examens A en B zijn minimaal vereist voor een muzikant en worden telkens na een periode van ongeveer twee jaar afgenomen. Na het A examen zal in onderling overleg met docent(e) en dirigent bekeken worden of de overstap naar het fanfarekorps al tot de mogelijkheden behoort. Het doorstromen naar het niveau C en D is wellicht niet voor iedere leerling weggelegd. Toch streven we ernaar om zoveel mogelijk leerlingen naar deze hogere niveaus te brengen. In principe wordt de opleiding na een periode van zeven jaar afgesloten. De muzikant kan er voor kiezen de opleiding onder bepaalde voorwaarden (waaronder een eigen bijdrage in de leskosten) te vervolgen.